Schil de gember en snijd fijn. Snijd de helft van de koriander blaadjes fijn. Snijd de kipfilets in stukjes. Meng de gember met de currypasta, yoghurt, fijngesneden koriander, peper en eventueel zout. Voeg de kip toe en laat 20 min. marineren op kamertemperatuur.

Maak ondertussen de raïta. Doe daarvoor de yoghurt in een kom, knijp er het sap van een limoen boven uit en voeg de in kleine stukjes gesneden munt en/of koriander toe. Breng eventueel nog op smaak met een klein snufje gemalen kardemom.

Rijg de kip aan de satéprikkers. Verhit de olie in een koekenpan en bak de kip in 8 min. gaar. Draai de kip regelmatig om. Snijd ondertussen de rest van de koriander grof. Bak op het laatst de paprikastukjes 2 minuten mee.

Kook ondertussen de rijst volgens de aanwijzingen op de verpakking, maar voeg er meteen ook de kruidnagels, de kaneel, de kardemon, het zout en eventueel de kurkuma aan toe. Giet de rijst af in een zeef, doe terug in de pan en laat even uitstomen. Roer er daarna de koriander aan toe.

Leg op elk bord 1 à 2 tandoorispiesjes, schep er wat rijst en paprika bij en schep een flinke lepel raïta op elke portie rijst. Serveer direct, samen met een glas Leffe Tripel. Je gasten zullen verrast zijn door de perfecte balans van smaken die de Tripel geeft aan dit exotische gerecht.